Olympic Essenbeek Halle met een grote delegatie aanwezig op het EK in München. Een overzicht..

 

Camille Laus mocht als eerste OEH-er de spits afbijten. In haar reeks van de 400m. moest ze lopen in de moeilijke baan 8. Ze eindigde na een sterke laatste rechte lijn als vierde in 51″91. Dat bleek net voldoende om door te stoten met de verliezende tijden. In de reeksen liep Camille een heel sterk eerste deel, maar kon dat de dag nadien in de halve finale niet herhalen. Zij moest het vanuit de ongunstige baan 1 uiteindelijk stellen met een magere 54″28.

 


Drie dagen later had zij met De Belgian Cheeta’s weinig moeite om zich te verzekeren van de finale. Onze meisjes (Naomi Van den Broeck, Imke Vervaet, Helena Ponette en Camille Laus) verzekerden zich knap van de finale met een tweede plaats en 3’25″44. 

Onze Cheeta’s hebben echter niet voor een stunt kunnen zorgen in München. In de finale van de 4×400 meter eindigden ze op de ondankbare vierde plaats. Ondanks het feit dat slotloopster Camille Laus als leidster aan haar baanronde kon beginnen moest zij het onderspit delven tegen de sterke toploopsters. Onze meisjes bleven met gemengde gevoelens achter. Stiekem hadden zijn wellicht van een medaille gedroomd. De Cheetahs vestigden met  3’22″12. wel nieuw Belgisch Rekord. Alvast een mooie troostprijs.

 

Op voorhand was het gissen naar het vormpeil van onze hordenloper Michael Obasuyi, die geen enkele wedstrijd meer betwistte sinds hij in juni een spierscheur opliep. Hij bleek uiteindelijk nog te ver weg van zijn topvorm. Hij moest vrede nemen met een vijfde plaats in de reeksen in 13″90. Michael kwam amper twee duizendsten tekort voor een vierde plaats en rechtstreekse kwalificatie. Spijtig doch deze kampioenschappen kwamen duidelijk nog iets te vroeg voor Michael.

Kevin Borlée vrijgesteld van de reeksen 400m startte in de tweede halve finale. Ondanks een voorzichtige start liep hij echter een hamstringblessure op en moest hij de wedstrijd halverwege staken. Nu hopen maar dat het een klein contractuurtje is, dan kan het misschien nog voor de 4 X 400. Finale. Op voorwarde welteverstaan dat Belgie zich later op de week kan plaatsen voor die finale.

De jongste telg Dylan Borlée werd in de derde en laatste halve finale ingedeeld. Hij deelde zijn wedstrijd uitstekend en in had nog een mooie laatste rechte lijn in petto. Hij fininshte sterk als tweede in 45″67 en plaatste zich hiermee rechtstreeks voor de finale. Een dag later in die finale, vanuit baan zeven moest Dylan hard vechten om mee te gaan met de snel gestarte Alex Haydock-Wilson. Bij het uitkomen van de bocht lag hij in vijfde stek, doch kon geen plaats meer goedmaken. Hij klokte uiteindelijk af na een knappe 45″39. De tweede tijd uit zijn carriere. Hiermee kan hij tevreden terugblikken op zijn individueel toernooi en treedt hij meer en meer uit de schaduw van zijn oudere broers.

Vanessa Sterckendries kon niet voor de verrassing zorgen tijdens de kwalificaties van het hamerslingeren. Vanessa presteerde met 66m95 wel op haar niveau. Met 56m56 bij een schuchtere eerste poging en een ongeldige tweede worp kwam de top 12 nooit in het zicht. In de derde en laatste poging zette onze Belgische recordhoudster met 66m95 wel nog een degelijke afstand neer. Zij kwam echter nooit in de buurt van een finale.

Isaac Kimeli was de weken voor het EK goed op dreef. Tijdens de finale van de 5.000m liep hij een quasi perfecte race en lag hij tot één ronde van het einde nog perfect op medaillekoers. Isaac liet de hele wedstrijd een sterke indruk na, en liep attent voorin. Bij het ingaan vann de laatste ronde brak echter de veer en moest hij de koplopers laten gaan. Isaac bolde uiteindelijk totaal leeggelopen als elfde over de finish. Toch wel een verdienstelijke wedstrijd.

Een paar dagen later nam Isaac eveneens deel aan de 10.000m. samen met clubgenoot Simon Debognies. De finale bracht echter niet wat we ervan verwacht hadden. Simon Debognies bleef vrij lang in de groep aanklampen en werd eerste Belg op een dertiende plaats in 28’08″60. Hij had echter voor  e start op beter gehoopt. Wellicht heeft de snelle eerste kilometer hem de das omgedaan. Isaac Kimeli die wel mee in de kopgroep liep greep echter na dikke zeven kilometer naar de hamstring en moest ontgoocheld opgeven.

De Belgian Tornados met niet minder dan drie OEH atleten in de ploeg hebben zonder de gekwetste Kevin Borlée hard moeten knokken voor hun plaats in de 4x400m-finale. Startloper Alexander Doom begon niet onaardig aan de wedstrijd. Met een splittijd onder de 46″00 lanceerde hij Jonathan Borlée als vijfde. Jonathan, die voor het WK nog moest afzeggen door een blessure, bleek echter nog ver verwijderd van zijn topvorm. Hij viel terug naar plaats zes waardoor de finale plots heel ver weg leek. Jonathan Sacoor die duidelijk naar zijn beter vorm toegroeit bracht Belgie echter terug in de wedstrijd na een snelle baanronde en een sterke finish. Als slotloper had Dylan Borlée echter toch nog veel werk voor de boeg.. Het werd een strijd tot op de meet tegen Duitsland voor de derde plaats. Die werd uiteindelijk beslist in het voordeel van de Duitsers. Onze eindtijd van 3’01″81 was gelukkig voldoende om door te stoten naar de finale via de verliezende tijden. In die finale bezorgden onze Belgian Tornado’s ons een van de hoogtepunten van het tornooi door net achter de Britten tweede te worden. Het kwartet, dat deze keer bestond uit Alexander Doom, Julien Watrin, Kevin en Dylan Borlée, snelde naar 2’59″49. Een bijzonder knappe prestatie. Spijtig dat Jonathan Borlée en Jonathan Sacoor vanop de zijlijn moesten toekijken.

Met dank aan Serge De Kerf voor het verslag.